Een door motorrijders veel gemaakte fout is dat ze een bocht met te hoge snelheid in gaan. Of te vroeg insturen. En dan de bocht niet halen, met alle (mogelijke) gevolgen van dien. 

 

De tips zijn dan ook:

  • Om er als een slak in gaan en als een haas weer uitkomen! 
  • De juiste bochtenlijnen te rijden. 

Bochtlijn aanpassen

Je kunt bijvoorbeeld de bochtlijn zodanig aanpassen dat je verder door de bocht kunt kijken.

  • Zo kun je bij bochten naar rechts dichter en langer tegen het midden van de wegas rijden. Of soms zelfs op de andere weghelft gaan rijden.
  • En bij bochten naar links dichter tegen de buitenzijde van de bocht blijven totdat je het einde van de bocht weer ziet, dan stuur je weer in.

Bocht naar rechts 

In een bocht naar rechts begin je aan de buitenkant, tegen de middellijn. En zorg je dat je KLAAR bent vóór de bocht met de juiste snelheid en versnelling.

Je blijft buiten tot punt X waar je het einde van de bocht ziet. Vervolgens kun je inkantelen en je snelheid opbouwen.

Bocht naar links 

Zorg ervoor dat je ook weer KLAAR bent voor de bocht.

In een bocht naar links blijf je buiten tot punt X waar je het einde van de bocht kunt zien.

Van punt X tot K kantel je in en bij punt K ga je weer versnellen, waarbij de motor zich ook weer rechtop zal richten.