B.R.A.V.O.K.

De BRAVOK is een controle die je REGELMATIG dient uit te voeren om de staat van je motor te kennen!

Voor aanvang van het examen verkeersdeelneming vraagt de examinator je dan ook een aantal punten aan de motorfiets te controleren. De afkorting die daarvoor gebruikt wordt, als geheugensteun, is BRAVOK.

Banden

  • Moeten voldoende op spanning zijn.
    • Over het algemeen voor 2.5 en achter 2.9 bar
    • Dit kun je in het instructieboekje van de betreffende motor vinden.
  • Voldoende profiel.
    • Profiel dient voor afvoer van vuil en water.
    • Wettelijk is het minimum 1 mm (slijt indicatoren).
    • Verstandig is om met niet minder dan 2 mm profiel te gaan rijden
  • Niet uitgedroogd (scheuren in band)
  • Ventiel dop aanwezig.
    • Deze dient om het ventiel te beschermen tegen roest, vocht en indringen van vuil.
    • Door de centrifugaalkracht kan het vuil juist bij hoge snelheid het ventiel indrukken waardoor de band zal leeglopen.

Remmen

  • Beide remmen werken hydraulisch, d.w.z. door middel van remvloeistof.
  • Vloeistofniveau's controleren van de voorrem (potje op het stuur) en achterrem. 
  • Daling van het niveau kan het gevolg van slijtage van de remblokken zijn, of door lekkage van de leidingen. 

Controle punten van de ABS:

  • Lampje op dashboard brand bij starten en dient uit te gaan wanneer er ca 10 km/h gereden wordt. 

Accu

  • De accu moet deugdelijk bevestigd zijn
  • Controleren of de accupolen niet geoxideerd zijn (bloemkool vorming)

Verlichting Vering

  • De verlichting (licht en remlichten) moeten werken/branden bij gebruik.
  • De vering moet voor en achter schoon zijn en geen lekkage vertonen. De demping mag geen lekkage vertonen. dit is duidelijk te herkennen bij de oliekeringen aan de voorvork. Daar zal bij lekkage olie uit de voorvork komen.

Vloeistoffen

  1. Brandstof
  2. Olie
  3. Koelvloeistof
    • Indien de motor is voorzien van een vloeistof-koelsysteem, dient ook regelmatig gecontroleerd te worden of er nog voldoende koelvloeistof in het reservoir aanwezig is

Olie

Olie moet op niveau zijn.
Dat kun je meten met een peilstok, vaak aan de vuldop, of een kijkglaasje.

Let er bij het peilen op dat de motor rechtop staat. Het meest handig is om de olie te peilen als de motor nog koud is. De olie zit dan nog onder in het carter. Dit is belangrijk i.v.m een juiste indicatie van het oliepeil. 

Kettting

Voor een langere levensduur van de ketting is het verstandig om de ketting regelmatig te smeren. Het beste kun je dit doen na elke 2e tankbeurt (dus om en om)

Doe dit bij voorkeur wanneer de ketting nog warm is,

Praktisch betekent dit dat je ongeveer elke 500 km je ketting zult moeten smeren.
Rij je in de regen of lange ritten dan zal je nog vaker de ketting moeten smeren.

Controlepunten ketting:

  • Speling moet 2 á 3 cm zijn.
  • Te meten aan de onderkant in het midden tussen voor- en achter tandwiel, terwijl je op de motor zit!

 

Alternatief is de Cardan-aandrijving. Deze is onderhoudsarm(er).